De aanleiding
De bodem van de Waal is langzaam aan het insnijden, deels door menselijk toedoen. Het Programma Integraal Riviermanagement stelt dat er maatregelen genomen moeten worden om rivierbodemerosie te verminderen. Een van deze maatregelen is een suppletie van sediment; het uitgangspunt van dit onderzoek. Kees vertelt: “Als je sediment in het midden van de rivier toevoegt kan dit problemen opleveren voor de scheepvaart. Toen dachten we: wat als je dit doet aan de zijkant van de rivier en het sediment langzaam laat terugvloeien?”
Veelbelovende maatregel
Toevoeging van sediment in de kribvakken lijkt een veelbelovende maatregel, maar er zijn ook nog veel vragen. Hoe komt het sediment straks vanuit de kribvakken terug in de rivieren en hoe snel gaat dat? Kees spreekt over de ‘zandmotor’, een belangrijke term binnen dit onderzoek. “Door het sediment aan de zijkanten van de rivier te plaatsen ligt het niet in de weg voor de scheepvaart. Maar door de schepen die langskomen komt het sediment vanuit de kribvakken langzaam de rivier in. Dat is een ‘zandmotor’. Het gebrek aan zand wordt langzaam weer aangevuld, waardoor de rivierbodem stopt met eroderen. Volledig in lijn met de builing with nature filosofie.”
“We meten eerst uitvoerig wat door scheepsvaart gebeurt met de stroming en golven in de kribvakken en rondom de suppletie. Het zand wordt voor de metingen net onder de waterspiegel aangebracht”, noemt Kees. Het gaat om complexe stromingen, waardoor de onderzoeker aan de slag gaat met complexe rekenmodellen. Na de metingen is het belangrijk om de modellen te optimaliseren. “Op een gegeven moment is het model goed genoeg om vereenvoudigd de werkelijkheid te reproduceren. Dit is van groot belang voor opschalen, zodat het toepasbaar is op andere rivieren.”
Van groot belang
Kees ziet voor dit onderzoek zowel maatschappelijke als wetenschappelijke relevantie. “We dragen bij aan de beleidsopgave om bodemerosie te stoppen. Ook de complexe samenhang tussen scheepsvaart en de impact op rivieren is nu nog onbekend. Daar hopen we verandering in te brengen.” Volgens Kees is dit niet de enige kenniswinst. “De ‘zandmotor’ is zo ontworpen dat we hopen dat het ook meerwaarde voor de natuur heeft. Welke gevolgen heeft het bijvoorbeeld voor de vissen? Dit kunnen wij weer delen met biologen: letterlijk bijvangst!”
De eerste inzichten
Er is een nulmeting gedaan. De eerste metingen zijn een feit en de suppleties vinden binnenkort plaats op drie plekken in de Waal. Kees vertelt over de eerste metingen: “Dan ga je gewoon met je blote voeten in het water staan en voel je in het kribvak hoe sterk de stroming staat en hoe dit verandert als een schip voorbijkomt. Je kunt niet precies voelen hoe snel het water stroomt, maar het is fantastisch om mee te maken. Voor exacte cijfers doen we metingen. We hebben al veel data verzameld en een groot deel begrijpen we nu al heel goed.”
Samenwerking met Rivers2Morrow
“Rivers2Morrow is voor mij een koppeling tussen Rijkswaterstaat en kennisontwikkeling.” Het onderzoek past volgens Kees daarom goed binnen het programma. “Als dit project werkt en we de kennis op orde hebben, kan het eigenlijk meteen geïmplementeerd worden. Ik heb goede hoop, mede door het enthousiasme vanuit Rijkswaterstaat. Dit merken we bijvoorbeeld door de medewerking bij metingen.” Op het moment is de werving van de PhD-student in volle gang. Kees merkt dat Rivers2Morrow voor PhD-studenten heel belangrijk is: “Studenten zijn echt onderdeel van een geheel. Dit hebben we ook al gezien. Het is echt toegespitst op de rivieren, waardoor het een fijne en kleine community is.”
Ben je benieuwd hoe de metingen eruitzagen? Bekijk deze video:
Last modified: 26/09/2023